Henk Sentel/schilder/tekenaar
In de traditie van het leren fijnschilderen is de basis techniek cursus volgen in het podium voor fijnschilders een goede start voor de beginner, of als je deze manier van schilderen wat meer wilt doorgronden ook aan te bevelen , het doorgeven van hoe en wat is voor mij in de beschikbare dagdelen een feestje, nu nog iedere week achttien liefhebbers op de dagdelen maandag en vrijdagochtend en ook op donderdag middag, rekening houdend wat betreft aanvang, voor degene die vanuit de verschillende provincies het atelier bezoeken inzake het steeds drukker wordende verkeer. Een paar Leidse fijnschilders wil ik in deze bijdrage wat belichten. En zij staan wat betreft ‘ambacht’ op grote hoogte van de fijnschilderkunst. Met vriendelijke groet,

LEIDSE FIJNSCHILDERS

Hoewel de Leidse Fijnschilders in de 17de en 18de eeuw bij leven en welzijn al ongekend populair waren, is hun benaming van later datum. Pas wanneer in de negentiende eeuw de kunstgeschiedenis als wetenschappelijke discipline ontstaat, krijgt deze stijl zijn definitieve naam. Met een ‘fijnschilder’ werd in de 17de eeuw de kunstschilder onderscheiden van de huis- en meubelschilders, ook wel ‘kladschilders’, ‘grofschilders’ of heel treffend ‘schilders met de groote quast’ genoemd. Maar sinds de 19de eeuw verwijst het begrip ‘Fijnschilder’ naar de verfijnde penseeltechniek van een aantal inmiddels wereldberoemde Leidse schilders. Zij maakten kleine genrestukken, waarin alle elementen zo natuurgetrouw mogelijk werden weergegeven: mensen, hun uitdrukkingen en emoties, huisdieren en de meest uiteenlopende alledaagse voorwerpen lijken bedrieglijk echt. 

GERRIT DOU & FRANS VAN MIERIS DE OUDE

Gerrit Dou wordt gezien als de eerste Leidse Fijnschilder. Zijn atelier is rond 1650 de leerschool van vele getalenteerde schilders, waaronder Frans van Mieris de Oude: de man op het portretje dat zijn kleinzoon vasthoudt. Van Mieris de Oude wordt in 1635 in Leiden geboren en al snel blijkt dat deze jongen uit een geslacht van goudsmeden een begaafd schilder en tekenaar is. Zeven jaar lang zou hij in de leer blijven bij Dou, maar daarna begint hij al snel een eigen en minstens even succesvolle schilderpraktijk. Rijke Leidenaren tasten diep in de buidel voor zijn gewilde schilderijen en ook buitenlandse vorsten lopen met hem weg. De Aartshertog van Wenen, Leopold Wilhelm, koopt Een schoon vrouwtje in een Zijde Stoffenwinkel voor maar liefst 2000 gulden. Dat is evenveel als Rembrandt zo’n 20 jaar eerder had gekregen voor ‘De Nachtwacht’! De Aartshertog vraagt Frans van Mieris om tegen een riant salaris aan zijn hof te komen werken. Dat had hij eerder ook al geprobeerd bij Gerrit Dou, maar beide kunstenaars kiezen ervoor om in Leiden te blijven. Daar zou de fijnschildertraditie nog lang en succesvol doorleven in de zonen en kleinzoon van Frans Van Mieris, maar ook in het werk van kunstenaars als Gabriël Metsu, Carel de Moor, Jan van Staveren en Jacob Toorenvliet. (bron: IZI travel)


Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *